Valse Veilig Thuis-meldingen zijn geen vergissing. Het in stand houden ervan is strafbaar.
Ouders die kritisch zijn, nee zeggen tegen jeugdhulp of bezwaar maken tegen schoolbeleid, merken het soms ineens: er ligt een melding bij Veilig Thuis. Niet vanwege aantoonbare onveiligheid, maar omdat ‘de samenwerking moeizaam is’ of een professional ‘zich zorgen maakt’ — zonder feiten.
Voor wie dit overkomt: weet dat de wet aan uw kant staat.
Wanneer een melding doelbewust onjuist is, of in stand wordt gehouden terwijl bekend is dat de inhoud niet klopt, is er géén sprake van zorg. Dan is sprake van een juridische overtreding.
Hieronder de feiten:
• Valsheid in geschrifte (artikel 225 Sr)
Opnemen van foutieve informatie in rapportages of meldingen is strafbaar — ook binnen een dossier.
• Smaad en laster (artikel 261–262 Sr)
Valse beschuldigingen verspreiden over ouders, zelfs intern, valt onder strafrechtelijke aansprakelijkheid.
• Valse aangifte (artikel 188 Sr)
Verzonnen of overdreven risico’s melden is geen voorzorg — het is strafbaar.
• Onrechtmatige gegevensverwerking (artikel 350a Sr + AVG)
Zonder wettelijke grondslag gegevens verzamelen, bewaren of delen is in strijd met de AVG.
• Ambtsmisdrijf (artikel 361 Sr)
Professionals in publieke dienst (bijv. GGD, VT, CJG) die bewust onrechtmatig handelen, zijn persoonlijk strafbaar.
• Onrechtmatige daad (artikel 6:162 BW)
Instanties die valse informatie handhaven, zijn civielrechtelijk aansprakelijk voor de schade die ouders hierdoor lijden.
Het in stand houden van een valse melding kan leiden tot schadeclaims.
Ouders hebben recht op correctie, verwijdering en genoegdoening.
Kortom:
Valse meldingen hebben juridische consequenties.
Niet voor de ouder — maar voor de melder én de organisatie die deze handhaaft.
Wie als professional of bestuurder denkt hiermee weg te komen, doet er goed aan de wet nog eens te raadplegen.
𝗪𝗮𝗮𝗿 𝘇𝗼𝗿𝗴 𝘃𝗲𝗿𝗮𝗻𝗱𝗲𝗿𝘁 𝗶𝗻 𝘀𝘁𝗿𝗮𝘁𝗲𝗴𝗶𝗲, 𝗲𝗶𝗻𝗱𝗶𝗴𝘁 𝗵𝗲𝘁 𝗯𝗲𝗹𝗲𝗶𝗱. 𝗗𝗮𝗮𝗿 𝗯𝗲𝗴𝗶𝗻𝘁 𝗱𝗲 𝘀𝘁𝗿𝗮𝗳𝗯𝗮𝗮𝗿𝗵𝗲𝗶𝗱.