Paradoxale noodzaak van OTS als bescherming
Soms is het systeem zo krom, dat je als ouder moet vechten voor een maatregel die je eigenlijk nooit had moeten willen: een ondertoezichtstelling (OTS). Dit is mijn verhaal over hoe een wettelijke kinderbeschermingsmaatregel, bedoeld als laatste redmiddel, voor mij en mijn dochter de enige bescherming bood tegen de informele, onrechtmatige en schadelijke bemoeienis van instanties en familie.
Onwettige uithuisplaatsing en contactbeperking
Na ruim een jaar en een maand waarin wij, mijn dochter en ik, te maken hadden met een onwettige uithuisplaatsing en contactbeperking, werd op 6 juli 2022 alsnog een OTS opgelegd. Tot die tijd was er geen rechterlijke toetsing, geen wettelijke basis—alleen informele macht van instanties als CJG en Veilig Thuis, ondersteund door familiebelangen. De situatie was onhoudbaar: als ouder werd ik buitenspel gezet, beslissingen werden genomen zonder juridische grondslag, en het welzijn van mijn dochter stond onder druk.
OTS als strategische noodzaak
Toen de OTS na een jaar afliep, hebben mijn dochter en ik zélf gevochten voor verlenging. Niet omdat ik faalde als ouder, maar omdat de OTS de enige wettelijke bescherming bood tegen de informele macht van de jeugdzorg en familie. Zolang er een formele maatregel was, moest de GI (gezinsvoogdij-instelling) zich houden aan procedures, verslaglegging en rechterlijke toetsing. Met OTS mag VTD, CJG of enige andere jeugdzorg organisatie niets. Zonder OTS zouden wij weer volledig overgeleverd zijn aan de willekeur van instanties en familieleden die hun eigen belangen lieten voorgaan.
Het is de wereld op zijn kop: je moet als ouder vechten voor een ingrijpende kinderbeschermingsmaatregel om jezelf en je kind te beschermen tegen het systeem dat juist voor bescherming zou moeten zorgen.
Erkenning door de gezinsvoogd en de GI
Onze gezinsvoogd en de GI erkenden deze paradox. Zij zagen in dat de OTS juridisch niet noodzakelijk was—er was geen sprake van ernstige opvoedproblemen of onveiligheid bij mij thuis. Maar vanwege de structurele onrechtmatigheid en de schadelijke bemoeienis van ketenpartners en familie, was de OTS wél noodzakelijk voor onze veiligheid.
2,5 jaar OTS: niet uit noodzaak, maar uit bescherming
Uiteindelijk hebben wij 2,5 jaar onder OTS gestaan. Niet omdat het juridisch nodig was, maar omdat het de enige manier was om formele, controleerbare bescherming te krijgen tegen informele, ondoorzichtige en soms ronduit schadelijke praktijken van de jeugdzorg en familie. Die periode was voor ons veilig, het gaf een vorm van rechtsbescherming en een stem bij de rechter.
Deze ervaring laat zien hoe diep de problemen in het jeugdzorgsysteem zijn geworteld. Wanneer ouders moeten vechten voor een OTS om zichzelf te beschermen tegen het systeem zelf en tegen familie, is er iets fundamenteel mis. Het is tijd voor échte hervorming, transparantie en herstel van vertrouwen in de jeugdbescherming.