Als het toezicht zwijgt, spreken wij.
Vandaag sprak ik met de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ).
Niet over een klacht. Niet om een vergoeding. En niet namens mezelf alleen.
Wat ik voorlegde: een formele vordering tot toezicht.
Gebaseerd op vijf jaar zorgvuldig gedocumenteerd systeemfalen binnen de jeugdzorgketen.
Van een uithuisplaatsing zonder wettelijke grondslag en contactverbod zonder rechterlijke titel,
tot gegevensdeling zonder toestemming — gefaciliteerd door GGZ, school, CJG en Veilig Thuis.
Met als eindpunt: een rapport aan de Raad voor de Kinderbescherming.
Geantedateerd. Gebaseerd op vervalste informatie.
En nog steeds bepalend voor gerechtelijke beslissingen.
Dit is geen incident.
Dit is een ketensysteem waarin toezicht structureel ontbreekt.
En als je als ouder wél alles vastlegt — dan wordt zwijgen ineens lastig.
Dit dossier gaat nu naar IGJ, de Autoriteit Persoonsgegevens, de NZa —
en, indien nodig, naar het Europese niveau.
Niet uit wraak. Niet vanuit slachtofferschap.
Maar omdat dit systeem niet alleen mij raakte.
Omdat het andere kinderen en ouders bespaard moet blijven.
En omdat toezicht geen gunst is. Maar een plicht.