Deprofessionaliseert Nederland haar jeugdbescherming?
Jeugdzorg en Veilig Thuis worden steeds gekker


Vandaag kwam ik onderstaand certificaat tegen: een KCC-medewerker behaalt een “certificaat” voor de training Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling, georganiseerd door of via een lokale samenwerkingsorganisatie.

De training bestaat uit enkele dagdelen (of online avonden) en behandelt uitsluitend het signaleren en melden van vermoedens van huiselijk geweld of kindermishandeling – doorgaans zonder enige medische, psychologische of juridische vooropleiding.

Dit roept fundamentele vragen op over de kwaliteit en legitimiteit van besluitvorming binnen het sociaal domein. Iedere medewerker van het KCC of een gemeentelijk loket kan met een korte (online) training zichzelf “geschikt” laten verklaren om signalen te interpreteren en meldingen te doen bij Veilig Thuis of in een dossier. Er is geen BIG-registratie, geen structurele toetsing, geen diepgaande kennis vereist. De inhoud van deze trainingen blijft beperkt tot enkele generieke onderwerpen: signalen herkennen, intern overleggen, eventueel een gesprek voeren, en melden bij Veilig Thuis. Het behalen van het certificaat vereist enkel aanwezigheid, geen kennis- of competentietoets.

Het risico van deze ‘vinkjescultuur’ is evident: onvoldoende onderlegde medewerkers maken nu deel uit van besluitvorming over gezinnen, met potentieel levenslange gevolgen voor ouders en kinderen. Het risico op misinterpretatie, dossieropbouw op basis van oppervlakkige signalen en het escaleren van niet-onderbouwde vermoedens wordt structureel vergroot. Het maatschappelijk gevolg is dat een bureaucratisering en deprofessionaliseringslag plaatsvindt, waarin de drempel om gezinnen onder toezicht te stellen steeds lager komt te liggen – zonder waarborg voor vakinhoudelijke kwaliteit en onafhankelijke toetsing.

Vraag jezelf af: hoe signaleert een KCC-medewerker “huiselijk geweld” aan de balie? Waar halen organisaties het lef vandaan om KCC- of baliepersoneel zonder enige inhoudelijke vooropleiding, puur op basis van een “aanwezigheidscertificaat” van een paar avonden, te laten signaleren op kindermishandeling of huiselijk geweld?

Hoe moet een KCC-medewerker, die achter een balie zit waar mensen alleen komen voor zaken als het wijzigen van hun Basisregistratie Adressen (BSA), het aanvragen van een paspoort, of andere standaard gemeentelijke producten, signaleren of er sprake is van mishandeling – vaak binnen enkele minuten, zonder context, op basis van een oppervlakkig contact? Met een nummertje uit de automaat, in een wachtruimte, op afspraak?

Het antwoord: dat kan niet – en het mag ook niet. Zonder objectieve criteria, zonder professionele achtergrond, zonder wettelijk kader, wordt hiermee de deur opengezet naar willekeur, vooringenomenheid en misbruik van bevoegdheden.

Juridisch kader
Deze werkwijze staat haaks op de wettelijke eisen van zorgvuldigheid, proportionaliteit en rechtsbescherming, zoals vastgelegd in:

  • Artikel 3:2, 3:3 en 3:46 Awb – zorgvuldigheid, motivering, détournement de pouvoir

  • Artikel 5, 6, 12, 15 en 21 AVG – juistheid, transparantie, inzagerecht, bezwaar tegen verwerking

  • Artikel 8 EVRM – recht op eerbiediging van privéleven en gezinsleven

  • Artikel 3, 12, 16 IVRK – belang van het kind, recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer

  • Jeugdwet artikelen 7.3.11 en 7.3.12 – informatie- en instemmingsrecht ouder

  • Artikel 6:162 BW – onrechtmatige daad bij schending van wettelijke plichten

Er is geen wettelijk fundament dat het zonder meer toestaat dat on(der)geschoolde medewerkers met een kort certificaat diep ingrijpende oordelen over gezinnen vellen. De rechtstatelijke bescherming van burgers vereist getoetste professionaliteit, transparantie, en onafhankelijke toetsing van besluiten. Dit systeem schendt die norm.

Dus als de buurvrouw je niet mag, of een KCC-medewerker een hekel aan je heeft, dan ben je zo aan de beurt – want zij heeft een cursus gedaan.

Waar is de juridische onderbouwing? Wie bewaakt de proportionaliteit, de AVG, het EVRM, de Jeugdwet, het Burgerlijk Wetboek? Wie beschermt gezinnen tegen subjectiviteit, belangenverstrengeling en ondeskundigheid?

Welkom in de realiteit van het Nederlandse jeugdzorgsysteem: één ambtenaar met een cursus van drie avonden beslist wie wordt aangemerkt als risico voor kindermishandeling. Zonder beroepsverantwoordelijkheid, zonder onafhankelijke toets, zonder rechtsbescherming.

Het is tijd om deze praktijk juridisch ter discussie te stellen. Wetgever en uitvoerende instanties dienen te worden gehouden aan hun wettelijke zorgplicht voor hoogwaardige, professionele en juridisch verantwoorde jeugdbescherming. Certificaten na enkele dagdelen ‘trainen’ zijn géén legitimatie voor het nemen van ingrijpende besluiten over gezinnen.

Mag ik mij ook inschrijven? Ik vind een hoop mensen ook niet zo aardig. Misschien kan ik binnenkort ook Veilig Thuis bellen met m’n eigen signalen – want met een cursus ben je er klaar voor.

Het belang van het kind is te groot voor amateurisme.