Ze noemden me lastig. Eén signaal bleek genoeg om beweging te brengen —
de Rekenkamer onderzoekt nu structureel beleid.


In 2024 en 2025 meldde ik structurele fouten in de bekostiging van passend onderwijs: TLV’s die zonder inhoudelijke toetsing worden verstrekt, financiering die kan oplopen tot tienduizenden euro’s per kind per jaar — zonder controle of tegenprestatie.

Het ministerie van OCW werd geïnformeerd. De Inspectie ook. En diverse Kamerleden. Maar niemand greep in. Tot 21 mei.

De Algemene Rekenkamer bevestigt in haar verantwoordingsonderzoek: “Er vindt géén controle plaats op toelaatbaarheidsverklaringen. De kans bestaat dat scholen meer geld vragen dan nodig. De minister controleert dat niet.”

Naar aanleiding van mijn signaal is dit nu formeel aangemerkt als onvolkomenheid in de bekostiging van het speciaal onderwijs. In 2025 volgt vervolgonderzoek.

Ook de Accountantsdienst van het Rijk (ADR) waarschuwt voor risico’s op onrechtmatigheid. Wat begon met een moeder die inzage vroeg in het leerlingdossier van haar dochter — groeide uit tot een dossier over subsidiefouten, OZK-indicaties zonder grondslag, en een systeem waarin registratie belangrijker werd dan realiteit. En dat ene signaal? Dat werd gehoord.

(Parallel leverde ik een tweede dossier aan over driedubbele bekostiging binnen de jeugdzorg: Veilig Thuis en CJG die dossiers blijven registreren zónder mandaat — zelfs ná formele overdracht aan een GI. Ook daarover vindt overleg plaats met de Rekenkamer. Vrijdag sprak ik de IGJ over dit bestuursfalen.) Daarover later meer.

Ik klaag niet. Ik leg bloot. En nu kijkt de Rekenkamer mee. Het vervolgonderzoek komt eraan. En ik blijf kijken.